Pensioenfonds Performance: jaarresultaten 2022
21 maart 2023
Op 9 maart 2023 heeft De Nederlandsche Bank (DNB) diverse kerncijfers van 186 (2021: 192) pensioenfondsen of collectiviteitskringen gepubliceerd met betrekking tot het vierde kwartaal van 2022. Op basis van de informatie over alle vier kwartalen geven we een overzicht van de ontwikkelingen in 2022.
Marktaandeel
Eind 2022 hadden de pensioenfondsen gezamenlijk circa € 1.250 miljard aan pensioenverplichtingen, een daling van 22% ten opzichte van 2021 (bijna € 1.600 miljard). De totale beleggingen van de fondsen bedroegen op dat moment circa € 1.440 miljard (2021: ruim € 1.800 miljard).
Verreweg het grootste deel van de pensioenverplichtingen (79,8%) ligt bij de bedrijfstakpensioenfondsen. In 2022 is er een kleine verschuiving geweest van het marktaandeel van ondernemingspensioenfondsen (-0,6%) naar bedrijfstakpensioenfondsen (+0,8%). Het marktaandeel van beroepspensioenfondsen en algemeen pensioenfondsen, in termen van pensioenverplichtingen, is licht afgenomen (beide -0,1%). Onderstaande figuren tonen het marktaandeel van vier typen pensioenfondsen per eind 2021 (2021K4) en per eind 2022 (2022K4).

Dekkingsgraden
De gegevens die DNB ieder kwartaal publiceert bevatten informatie over de beleidsdekkingsgraden, maar niet over de actuele dekkingsgraden. Met behulp van publiek beschikbare gegevens hebben we een indicatief overzicht van de actuele dekkingsgraden gemaakt.

Per type pensioenfonds worden in de bovenstaande grafieken de gemiddelde actuele dekkingsgraden getoond, voor de kwartalen 2021K4 tot en met 2022K4. De stippellijnen (links) zijn de ongewogen gemiddelden en de doorgetrokken lijnen (rechts) de gewogen gemiddelden. De weging is op basis van het belegd vermogen, waardoor meer gewicht toegekend wordt aan de grotere pensioenfondsen. De gewogen gemiddelde dekkingsgraad over alle fondsen gemeten steeg in 2022, van 114,3% naar 115,8%. Uit de figuren blijkt duidelijk dat BPF’en gemiddeld een fors lagere dekkingsgraad hebben dan OPF’en. Aan de gewogen dekkingsgraden is te zien dat de grote BPF’en de gemiddelde dekkingsgraad in de meeste kwartalen omlaag halen, terwijl bij de andere typen pensioenfondsen juist het tegenovergestelde geldt. De forse daling van de actuele dekkingsgraad in het vierde kwartaal wordt met name veroorzaakt door de indexaties die in dat kwartaal door veel pensioenfondsen toegekend zijn.
Dezelfde figuren zijn ook te maken voor de beleidsdekkingsgraad (BDG):

De ongewogen BDG is in 2021 met 9,7%-punt toegenomen van 115,1% naar 124,8%. De grotere pensioenfondsen vertoonden een grotere stijging, hetgeen blijkt uit het feit dat de gewogen BDG meer toenam (namelijk met 12,1%-punt, van 108,1% naar 120,2%).
Renteafdekking en beleggingsmix
De ongewogen gemiddelde renteafdekking van de pensioenfondsen nam toe, van 53,9% eind 2021 naar 59,9% eind 2021. De gewogen gemiddelde renteafdekking nam in 2022 meer toe, van 44,8 naar 53,8%. Dit betekent dat grotere pensioenfondsen meer renterisico gingen afdekken dan kleinere pensioenfondsen.
Het ongewogen gemiddelde percentage van het vermogen dat belegd werd in zakelijke waarden steeg van 49,5% naar 52,5%. Gewogen ging het percentage van 57,3% naar 63,5%. Hieruit kan geconcludeerd worden dat grotere pensioenfondsen gemiddeld meer zakelijke waarden risico nemen dan kleinere pensioenfondsen, maar ook dat het belang in zakelijke waarden voor de grote fondsen meer is geworden dan een jaar geleden.
Rendement 2022 en ontwikkeling dekkinsgraad
Het gewogen gemiddelde beleggingsrendement in 2022 bedroeg 21,2% negatief (ongewogen 23,3% negatief), hetgeen neerkomt op circa € 344 miljard negatief. In 2021 waren deze percentages nog +7,3% en +3,9%. Het negatieve beleggingsrendement is voor circa € 270 miljard een gevolg van een negatief rendement uit renteafdekking (-16,6% van het gemiddeld belegde vermogen in 2022). In totaal is er dus circa 4,6% negatief rendement gemaakt op andere onderdelen, waarbij vooral gedacht moet worden aan de rendementen op aandelen en vastgoed.
Met de door ons bewerkte gegevens van DNB kan ook een beeld worden verkregen over de prestaties van de pensioenfondsen over heel 2022. Hierbij hebben we gekeken naar een selectie van 177 pensioenfondsen/collectiviteitskringen waarvoor de relevante info beschikbaar was. Onderstaande figuur toont de ontwikkeling van de actuele dekkingsgraad ten opzichte van het beleggingsrendement voor risico fonds in 2022.

Uit de figuur blijkt dat alle 177 fondsen een negatief beleggingsrendement realiseerden in 2022. Desondanks steeg de gewogen gemiddelde dekkingsgraad met 1,5%. De in 2022 sterk gestegen markrente, met als gevolg een daling van de voorziening, zal hier de verklaring voor zijn. De ontwikkeling van de dekkingsgraad in 2022 wordt daarbij nog fors gedempt door de toegekende indexaties in het vierde kwartaal van 2022.
In onderstaande tabel is voor de geselecteerde 177 pensioenfondsen de gemiddelde ontwikkeling in 2022 opgenomen, zowel ongewogen als gewogen op basis van gemiddeld belegd vermogen.

De ontwikkeling van de gewogen actuele dekkingsgraad in 2022 is bij BPF’en en BRF’en minder dan de ongewogen ontwikkeling. Dit duidt erop dat de dekkingsgraad bij grotere fondsen van dit type minder toenam dan bij de kleinere fondsen. Het is opvallend om te zien dat het gewogen rendement van de BPF’en 3,6%-punt hoger is dan het ongewogen rendement. Dit duidt erop dat de grotere BPF’en minder negatieve rendementen hebben behaald dan de kleinere. Ook is te zien dat het gewogen beleggingsrendement van BRF’en en APF’en lager is dan dat van OPF’en en BPF’en.
Prestaties van individuele pensioenfondsen
Met behulp van de gegevens van DNB kunnen we een schatting maken van de jaarrendementen van individuele pensioenfondsen. Opgemerkt dient te worden dat de combinatie van de rendementspercentages over de vier kwartalen in 2022 niet noodzakelijkerwijs het jaarrendement over 2022 hoeft te bereken. In verband met de sterk wisselende kwartaalrendementen in 2022 zullen pensioenfondsen bij de presentatie van de jaarresultaten enigszins andere rendementen kunnen laten zien.
Hoogste rendementen
De vijf pensioenfondsen met de hoogste beleggingsrendementen worden getoond in de volgende tabel.

De tabel laat niet direct een eenduidig beeld zien waarom deze pensioenfondsen het beste gepresteerd hebben in 2022. In het algemeen geldt, in een jaar waarin de marktrente fors stijgt, dat pensioenfondsen met een lagere rentegevoeligheid beter presteren. Die lagere rentegevoeligheid kan ofwel bereikt worden door een lage renteafdekking, of doordat de pensioenverplichtingen een relatief lage duratie hebben. Voor de fondsen in de top-5 speelt vermoedelijk één van deze aspecten, of beide. In de tabel is te zien dat pensioenfondsen Heineken, British American Tobacco en DSM Nederland eind 2022 een relatief beperkte renteafdekking hebben, van maximaal 40%. De gemiddelde renteafdekking in 2022 van deze fondsen lag zelfs lager dan de afdekking aan het einde van het jaar. Hetzelfde geldt voor Kring Progress en KLM Vliegend personeel: de gemiddelde renteafdekking van beide fondsen was gedurende het jaar onder de 50%.
Daarnaast hebben zakelijke waarden in 2022 in het algemeen niet goed gerendeerd, waardoor een lagere allocatie naar zakelijke waarden gunstig was voor het totaalrendement. Dat geldt ook voor (een deel van) de top-5 fondsen.
Laagste rendementen
De vijf pensioenfondsen met de laagste beleggingsrendementen worden getoond in de volgende tabel.

Wij hebben twijfels over de juistheid van de aan DNB gerapporteerde cijfers zakelijke waarden en renteafdekking van Kring Stabiliteit; met 90% zakelijke waarden zou deze kring het meest offensief beleggende fonds zijn in Nederland. Het ligt meer voor de hand dat de renteafdekking 90% is; dat zou – in combinatie met een relatief hoge duratie van de verplichtingen – het negatieve rendement van ongeveer -40% kunnen verklaren. Ten opzichte van de top-5 hebben deze fondsen een wat hogere renteafdekking, ook gedurende het jaar 2022, en eerstgenoemde drie hebben een relatief hoge duratie. Bovendien is de allocatie naar zakelijke waarden bij deze fondsen wat hoger dan bij de top-5.