Kosten nieuw pensioenstelsel in 2024 gestegen naar € 200 miljoen; ook prestatievergoedingen toegenomen

9 oktober 2025

Bell Pension Consultants & Actuaries (Bell) heeft voor de 14^e keer de uitvoeringskosten en behaalde beleggingsrendementen van Nederlandse pensioenfondsen in kaart gebracht. In het rapport “Werk in uitvoering bij pensioenfondsen 2025” is te lezen dat de totaal gerapporteerde kosten in 2024 uitkwamen op bijna € 9,3 miljard, 10% hoger dan 2023. De vermogensbeheerkosten zijn 9% gestegen, terwijl de pensioenbeheerkosten met bijna 18% toenamen. Deze toename werd deels veroorzaakt door voorbereidingskosten op het nieuwe pensioenstelsel.

Voor dit rapport hebben we de jaarverslagen van 174 pensioenfondsen geanalyseerd, inclusief 43 kringen bij 5 algemeen pensioenfondsen. Gemiddeld hadden deze fondsen in 2024 een belegd vermogen van € 1.626 miljard, voor 6,7 miljoen actieve deelnemers, 4,0 miljoen pensioengerechtigden en 8,6 miljoen slapers.

Samenvatting Werk in uitvoering bij pensioenfondsen 2025

Onze belangrijkste bevindingen zijn:

De totale pensioenbeheerkosten stegen met € 220 miljoen naar € 1.461 miljoen (+18%). De gemiddelde kosten per deelnemer namen toe van € 121 in 2023 naar € 136 in 2024 (+13%). Deze stijging wordt voor een deel veroorzaakt door de voorbereidingen op de WTP-transitie. Op basis van de onderzochte jaarverslagen verwachten wij dat de totale WTP-kosten in 2024 ongeveer € 200 miljoen waren, wat neerkomt op € 19 per deelnemer. Naast de WTP-kosten worden ook algemene prijsstijgingen en toegenomen bestuurs- en governancekosten regelmatig genoemd als oorzaak van de kostenstijging.
De totale vermogensbeheerkosten (inclusief transactiekosten) zijn met ruim € 0,6 miljard gestegen, van € 7,2 miljard naar € 7,8 miljard (+9%). Als percentage van het gemiddeld belegd vermogen zijn ze nagenoeg gelijk gebleven op 0,48%.
De stijging van de beleggingskosten is voor een groot deel te verklaren doordat de fondsen in 2024 € 0,5 miljard meer kwijt waren aan prestatievergoedingen.
Gemiddeld behaalden pensioenfondsen in 2024 een beleggingsrendement van
+8,1%. De onderlinge verschillen zijn echter groot, variërend tussen 0% en 18%.
De totale kostenratio (vermogensbeheerkosten excl. transactiekosten vermeerderd met de pensioenbeheerkosten, uitgedrukt in het gemiddeld belegd vermogen) steeg beperkt van 0,47% naar 0,48%.

Jeroen Koopmans, partner bij Bell, zegt over de resultaten: “De vermogensbeheerkosten zijn stabiel gebleven op 0,48%. De pensioenbeheerkosten zijn echter weer gestegen, van € 1,24 miljard in 2023 naar € 1,46 miljard in 2024. Naar schatting hebben de fondsen in 2024 € 200 miljoen besteed aan de WTP-transitie. We verwachten dat de totale Wtp-kosten uiteindelijk iets hoger gaan zijn dan de € 1 miljard die het Ministerie van SZW becijferd had.”

Johan van Soest, senior actuaris bij Bell, voegt toe: “Die WTP-kosten worden in de jaarverslagen vaak beschreven als eenmalige kosten, terwijl ze meerdere achtereenvolgende jaren worden gemaakt. Afhankelijk van de fase waarin een fonds zich bevindt in de transitie zullen deze WTP-kosten gaan afnemen. We verwachten echter dat de piek van deze kosten nog voor ons ligt, als we kijken naar de hoeveelheid werk die het laatste jaar vóór invaren uitgevoerd moet worden en de vele fondsen die nog over moeten.”

Bell Kostenbenchmark

Naast ons onderzoek naar de totale pensioenfondsenmarkt in Nederland verzorgen wij ook de Bell Kostenbenchmark voor individuele pensioenfondsen, waarmee op een groot aantal punten pensioenfondsen worden vergeleken met relevante peergroepen. De benchmark kan het fondsbestuur helpen zich een onderbouwd oordeel te vormen over de uitvoeringskosten van het pensioenfonds. Op deze pagina is meer informatie over de Bell Kostenbenchmark 2025 beschikbaar, waaronder een voorbeeldrapportage.

Voor meer informatie over het rapport of de Bell Kostenbenchmark kunt u uiteraard telefonisch contact met ons opnemen.

Deel dit artikel